Verantwoord belonen
Bonuscultuur en exorbitante beloningen <> Contra verantwoorde samenleving.
Mensen die hard werken, een normaal salaris verdienen, een extra tandje bijzetten in tijden waarin dat nodig is, hun collegae bijstaan wanneer die ten onder dreigen te gaan in hun werk, hard voor de zaak hebben, een betrokkenheid met het bedrijf hebben, een zekere nieuwsgierigheid hebben en zich van deswege inspannen om in hun vak of hun werk bij de tijd te blijven of zelfs enigszins vooruit durven lopen, ja daar is naar mijn mening een bonus op zijn plaats. Een bonus als extra verdienste boven het normale salaris. Dat motiveert en stimuleert op een gezonde manier.
Het normale salaris waar de meeste mensen voor werken is dan ook een tegenprestatie voor iets waar een prestatie voor geleverd is.
De prestatie en de tegenprestatie dienen in een zeker evenwicht te zijn. Dit evenwicht beperkt zich niet alleen tot het eigen bedrijf maar ook maatschappelijk. Je kunt nu eenmaal niet verwachten dat de één een top salaris heeft waar weinig voor gepresteerd behoeft worden daar waar de ander een tob (ja met een “b”) salaris heeft waar buitengewone prestaties voor geëist worden, buitengewoon qua omstandigheden, zwaarte, duur etc.
Voorts lijkt het mij goed om het geven van bonussen tot de werknemers te beperken. Werkgevers hebben er sowieso al profijt van wanneer hun werknemers dat extra tandje bijzetten, hun omzet stijgt en/of de kwaliteit verbetert. Werkgevers worden er dus altijd al beter van, een extra bonus voor hen zou dus in zo’n geval een dubbele bonus betekenen.
Nu hoor je weinig over bonussen van mensen van de eerste categorie, de werknemers. In de meeste gevallen betreft het mensen in de tweede categorie, de werkgevers dus.
Als werkgever stel ik hierbij gelijk de mensen die de zeggenschap hebben over een bedrijf, de bestuurders en directeuren. Ik bedoel hier niet de ondernemers die hun hele hebben en houden in hun bedrijf hebben gestopt en dus risico lopen. Ik bedoel hier de bestuurders van grote ondernemingen die geen enkel risico lopen.
Bestuurders en directeuren van NUTS- en NUTS-achtige bedrijven, financiële instellingen zoals banken en verzekeringsbedrijven, woningcorporaties en dergelijke, veelal ook bedrijven in de publieke of semi-publieke sector. Zelfs als het bedrijf kapot gaat, dan nog meent men recht te hebben op een bonus of een gouden afvloeiingsregeling; dat was toch immers afgesproken en onderdeel van het contract wordt dan gezegd.
Bestuurders en directeuren bepalen hun eigen tegenprestatie c.q. salaris en dat is in de meeste gevallen ook niet te gering en daarnaast hun gouden afvloeiingsregeling en/of bonus. Deze mensen zouden feitelijk een voorbeeld functie moeten hebben: eerstens waar het gaat om hun inzet voor het bedrijf en tweedes de voor hen zelf bepaalde tegenprestatie c.q. het salaris.
Het siert deze mensen wanneer zij in moeilijke tijden als eerste de broekriem aan trekken, zij hebben daar dan ook over het algemeen de meeste ruimte voor. Voorts zou men het ook als een voorrecht mogen beschouwen wanneer jij daar op die plaats zit en leiding mag geven aan vele mensen die als werknemer voor jou willen werken.
Een voorbeeld en een voorrecht, dat levert veel genoegdoening op, althans dat zou het moeten doen en als het goed werkt doet het dat ook. Macht in dezen betekend dan, macht hebben over anderen. Macht, niet om de macht maar om in dienst te stellen van die ander, dienstbare macht, zo zou dat moeten zijn. In dat geval wordt het woord macht ontdaan van overheersing en krijgt het iets wezenlijks, iets dat instaat voor mensen, iets waarin je voor gaat, ook in moeilijke situaties.
Noblesse-oblige, adeldom verplicht. Vraagt men zich nog wel eens af wat dat inhoud? Niet dat alle bestuurders adellijk zijn, verre van dat zelfs, zoals blijkt uit vele gevallen. Het zou een goede zaak zijn om daar meer rekenschap van de geven.
Helaas blijkt maar al te vaak dat dat een utopie is.
Helaas worden de zaken in vele gevallen omgedraaid.
Helaas worden de machthebbers vaak te hebberig en graaierig. Helaas stellen zij vaak veel te hoge beloningen vast voor hun eigen prestatie. Beloningen die het maatschappelijk betamelijke ver overschrijden, veel te ver.
Voorts worden er dan ook nog ongekend hoge bonussen toegekend aan hun eigen prestatie, alsof de beloning, die alle normen qua hoogte al overtreft, nog niet genoeg is. Alsof voor die beloning zelf geen prestatie behoeft te worden geleverd. Alsof elke prestatie beloond moet worden met een bonus wat in sommige gevallen als variabele beloning te boek staat. Klinkt anders maar is hetzelfde. Het verhult de situatie en dat is eigenlijk nog erger. Het verhult omdat men zelf ook heel goed weet en voelt dat het niet klopt.
We bevinden ons nu in het gebied waar salarissen worden ontvangen van vele tonnen tot meer dan een miljoen per jaar (elk jaar, ongelofelijk). Die salarissen staan dan ook in geen enkele verhouding tot die van hun werknemers. Die salarissen verhouden zich in sommige gevallen als 1:50 en meer! Is dat dan alleen om te pochen? Is dat ook niet maatschappij ontwrichtend?
Is het eigenlijk geen gotspe? Je zelf zover over het paard te tillen.
En dan, wanneer de boel kapot is er met een premie van enkele miljoenen vandoor gaan, omdat dat zo in het contract staat!? Hoe durft met zoiets te verzinnen!? Schaamteloosheid!
Hoe is dat te verantwoorden naar de maatschappij, de werknemers, de harde werkers, die zich dag in dag uit inzetten voor het bedrijf. Vreemd is ook dat deze praktijken veelal in de financiële sector voorkomen. Waar men zoiets al gewoon vindt. De normaalste zaak van de wereld, onder het motto: wie appels vaart zal appels eten. Zelfs banken die allang failliet zouden zijn zonder dat de staat (de belastingbetaler) ze van de ondergang had gered.
De financiële sector, een dienstverlener, ook een onmisbare schakel in het maatschappelijk bestaan, net als vele anderen, ook een soort Nutsbedrijf.
Echter, wat doet die financiële sector?
Herverdelen van geld c.q. het tijdelijk herverdelen van geld. Waar overschot is wordt het opgenomen en waar een tekort of behoefte is wordt uitgeleend. Een prachtig middel om de economie op een efficiënte manier te laten functioneren.
Echter, geld maken doet het niet. Het is geen productiebedrijf in die zin dat er producten gemaakt worden waar vervolgens geld mee verdiend wordt.
De financiële sector is feitelijk een intermediair.
Het spreekt van zelf dat ook dat kosten met zich mee brengt en dat er voor die diensten betaald moet worden. Maar waarom gaat daar nu juist het meeste geld om, zoals het veelal lijkt of overkomt; waarom zitten daar nu juist de grootverdieners?
Zou het niet beter zijn dat banken die veel verdienen (een hoge marge rekenen tussen spaargeld en uitgeleend geld) de winst ook een beetje verdelen onder de geldverstrekkers c.q. spaarders?
Evenzo geldt dit voor woningbouwverenigingen of –stichtingen. Bestuurders laten zich als beesten betalen en als de boel kapot is vertrekt men met meerdere miljoenen als, ja wat als? Afkoopsom? Bonus? Pensioen? Wat is dit voor gekte. De mensen moeten zich diep en diep schamen en niet wegkruipen met hun buit op een Caribisch eiland, ergens ver weg. Het is gewoon en ordinair diefstal en dat lijkt dan nog gelegaliseerd ook.
Zelf ben ik ca. 40 jaar lang werkzaam geweest op architecten en ingenieursbureaus. Daar wordt hard gewerkt, daar worden wezenlijke dingen gemaakt: gebouwen, wegen, bruggen, de hele santenkraam van infrastructuur voor wonen en werken met alles wat daar bij hoort. Ook de bankgebouwen waarin onze financiële sector in gehuisvest is. Wezenlijke dingen noem ik dat, omdat die staan voor het functioneren van de maatschappij in al zijn verschijningsvormen, zorgen voor welvaart, gezondheid, innovatie etc. In deze branche worden nette salarissen betaald. Salarissen welke weliswaar niet te vergelijken zijn met die van bestuurders van grote concerns en financiële instellingen.
Het zou ook absoluut niet kunnen, ondanks de grote verantwoordelijkheden van de mensen in deze branche. Indien salarissen daaraan gespiegeld zouden worden zou er geen gebouw meer gerealiseerd worden, geen weg meer aangelegd en geen brug meer worden gebouwd.
In dat perspectief wil ik dan ook zeggen, mensen neem je verantwoordelijkheid, doe geen onverantwoorde dingen, bedenk dat beloning niet uitsluitend bestaat uit geld. Dat geld wel voor macht in de verkeerde zin van het woord, dat echter bestaat nu wel uitsluitend uit geld; en dat zou je niet moeten willen.
Een heel goede in dezen is dan ook de reclameslogan: geld doet fout of goed, afhankelijk van wat je er samen mee doet.
Ik hoop dat mensen gaan beseffen dat er grenzen zijn en zich zelf daarvoor inhouden. Niet weer nieuwe grenzen stellen, onze eigen grenzen. Een goede grens in deze context vind ik de zgn. Balkenende norm. Het salaris van een minister president van een land, met navenante verantwoordelijkheden die elke burger aangaat, mag van mij de salarisnorm zijn. Dit als bovengrens van het betamelijke waar het gaat om salaris bepaling ook voor anderen, ik zeg met opzet niet “verdienste”, want dan zijn we waarschijnlijk gauw uitgepraat. Mensen die zich niet vrijwillig in toom weten te houden, en zich niet beperken tot wat maatschappelijk betamelijk is, betreffende dit onderwerp, zouden dan onder een hoog belastingtarief moeten komen.
Een voorstel daartoe, in een schijventarief, extra schijven:
Alles boven de Balkenende norm, met 70 % belast;
Alles boven het miljoen, met 85% belast.
Dat is dan weer eens iets anders dat de vlaktaks!
Een en ander om de samenleving gezond te houden en opstand te voorkomen.
Het is niet alleen de Arabische wereld die hiermee te kampen heeft, ook hier is genoeg mis.
En daarom zou ik willen zeggen: CDA doe er iets mee!
PS. Graag wil ik hierbij ook verwijzen naar een artikel van Rene Diekstra in het Brabants Dagblad, van 2 maart 2012, wat ik als bijlage hieraan toevoeg.
C.J.Verkade
Heistraat 135
5161 Sprang-Capelle,
E-mail: c.j.verkade@hetnet.nl
Sprang-Capelle 4 juni 2012
Verzonden aan het wetenschappelijk bureau van het CDA.
e.e.a. naar aanleiding van vernieuwingsvoorstellen van de partij, waaronder de veel bezongen vlaktaks als alternatief voor het schijventarief t.b.v. de inkomsten belastingen