23/26 aug. 2018
Visie en economie
Regering, Kabinet, Mark Rutte
Een beetje visie is niet per definitie slecht.
Eerst denken en dan doen heb ik vroeger altijd geleerd. Wat wil je en hoe wil je dat bereiken, wat zijn de consequenties van dat handelen.
Als je een beleidsplan maakt bedenk je vooruit wat de eventuele impact er van zal zijn. Bekijk je diverse scenario’s en zaken die daarmee in verband kunnen worden gebracht.
Ik krijg helaas niet altijd het idee dat dat ook ten volle gebeurd. Met name ten aanzien van de vermaledijde afschaffing van de dividendbelasting, wat voor meer werkgelegenheid zou moeten zorgen, wat door velen ernstig betwist wordt.
Wanneer we zo-nodig de dividendbelasting moeten afschaffen, voor buitenlandse bedrijven en dividend ontvangers dan wel buitenlandse belastingdiensten, om ons land aantrekkelijker te maken voor grote buitenlandse bedrijven en multinationals moeten we ook verder denken aan de gevolgen er van.
Dividendbelasting afschaffen omdat dat meer bedrijven trekt en dus meer werkgelegenheid oplevert is het heilige uitgangspunt van deze regering c.q. het kabinet en met name Mark Rutte. Overigens een zeer omstreden opvatting, temeer ook omdat het ons (nog) meer belastinggeld kost dan aanvankelijk was aangenomen, met alle gevolgen van dien. Hoe wordt dat dan weer gecompenseerd in onze landsbegroting en hoe denkt de kiezer daar over. Maar dat is niet het enige; welhaast nog veel belangrijker is: de ruimte die er mee gemoeid is.
Meer bedrijven in ons land, wat daar dan ook de oorzaak van is, betekend ook ontegenzeggelijk meer werkgelegenheid, maar om dan ook maar meteen met de deur in huis te vallen: Meer bedrijven betekend ook grotere verkeerscongestie en een overspannen arbeidsmarkt.
De arbeidsmarkt staat overigens al enige tijd onder spanning omdat er een gebrek is aan mensen die al dat werk moeten doen/uitvoeren.
Meer bedrijven betekend dan dus ook meer import arbeiders, mensen uit b.v. Oost-Europa, om dat werk voor ons te doen.
Meer mensen, in ons toch al kleine en overvolle landje, zitten we daar dan echt op te wachten? Hebben we al niet genoeg ervaring met dit fenomeen?
Er bestaat al een grote maatschappelijke weerstand tegen conglomeraties van bewoners van woningen door buitenlandse werknemers; ze mogen dan wel komen werken maar we willen ze beslist niet in onze buurt hebben.
Ook al is dat niet zo politiekcorrect, een regering is er voor zijn landgenoten en dient ook daar (het maatschappelijke draagvlak) terdege rekening mee te houden.
Meer bedrijven, meer mensen meer verkeersstromen meer logistiek, meer verkeer op de al meer dan overvolle wegen, kan onze infrastructuur dat allemaal wel aan? nu al is er amper nog een moment op de dag dat je zonder file van A naar Beter kan komen.
En wat als alles verstopt raakt, verkeersinfarcten de normale situatie wordt?
Wanneer alles verstopt en vast zit worden we onbereikbaar. Niet echt waar die bedrijven op zitten te wachten met hun veelal een Just in time bedrijfsvoering.
Het gevolg zou weleens kunnen zijn dat we dan ten ondergaan aan ons eigen “succes”.
Laten we eerst toch eens vooruit kijken!
Gaat het dan alleen maar om geld en is economie dan alleen zaligmakend en alles overheersend?
Ik denk dat een stabiele economie waarin iedereen werk heeft, de arbeidsmarkt niet (al te) overspannen is, waarin iedereen zich goed bij voelt, wegen niet overal verstopt zitten; je nog rustig op een normale manier van A naar Beter kunt komen, waarin iedereen voldoende heeft, waar ook andere aspecten van het welzijn een plaats kunnen krijgen, zou dat niet te verkiezen zijn boven al dat gestress van meer en nog eens meer?
Milieudruk is ook een belangrijk aspect dat niet uit het oog verloren mag worden; feitelijk op zijn minst zo belangrijk als de economie. Het zou goed zijn om daarin een goede harmonie te vinden en dat is m.i. niet wat deze regering nu voorstaat met meer, meer en nog eens meer bedrijven die we tocht niet (zelf) kunnen bemannen.
Leefomgeving en leef-geluk, m.a.w. welzijn, dat moet de eerste plaats krijgen en het uitgangspunt zijn voor eventuele verdere groei van de economie.
cjv.